In augustus presenteerde Elise de resultaten van ons eerste onderzoek tijdens een conferentie op de Universiteit van Birmingham in Engeland. In dit onderzoek onderzochten wij de volgende vraag: Hebben meertalige kinderen betere pragmatische vaardigheden dan eentalige kinderen? In de taalkunde gebruiken we de term ‘pragmatische vaardigheden’ om aan te geven hoe goed kinderen letten op niet-talige informatie tijdens een gesprek. Deze vaardigheden gaan dus niet om het begrijpen van woorden of zinnen, maar over letten op andere belangrijke informatie die bepaalt wat iemand precies bedoelt. Bijvoorbeeld: waar kijkt of wijst iemand naar? Hoe zegt iemand iets en op welke toon? I
Om antwoord te geven op onze vraag bekeken we de resultaten van 29 verschillende studies, die onderzochten of meertalige kinderen beter waren in:
- het begrijpen van figuurlijk of indirect taalgebruik (bijvoorbeeld: begrijpen dat de opmerking “het is hier koud” een verzoek kan zijn aan iemand om het raam dicht te doen);
- letten op non-verbale informatie (zoals waar een spreker naar kijkt of wijst tijdens het praten);
- informatief zijn (zorgen dat het voor een ander duidelijk is over wie of wat je het hebt, dus bijvoorbeeld ‘Anna zei tegen mij…’ zeggen in plaats van ‘zij zei tegen mij…’ als nog niet duidelijk was dat je het over Anna hebt).
We concludeerden dat er in deze studies over het algemeen geen verschil gevonden werd tussen meertalige en eentalige kinderen. Wel vonden we een kleine aanwijzing dat meertalige kinderen soms beter letten op vrij subtiele non-verbale signalen van de persoon met wie zij praten, zoals waar deze persoon naar kijkt. Hier is nog meer onderzoek naar nodig. Ons onderzoek is gepubliceerd in het tijdschrift Cognitive Development en kunt u hier lezen.